< terug naar columns overzicht

Stropdas

20 december 2018

Artiest is een mooi beroep, alleen al omdat het begint als hobby en dus vanuit het hart komt. Maar waar het hart regeert, doet het verstand een stapje terug. Daarom doen artiesten wat ze doen: hard werken voor weinig geld en hopen op die ene doorbraak om daarmee de balans weer een beetje in evenwicht te brengen. Zakelijk ingestelde mensen snappen dit niet. Dat is op zich niet erg, maar kan wel vervelend zijn als je met een belastingambtenaar in conclaaf moet.

In deze column gaat het over troubleshooten. Naast mijn dagelijkse werkzaamheden komt het van tijd tot tijd voor dat ik word ingeschakeld bij een conflict tussen een artiest en een belastingambtenaar. Dit soort klusjes zijn de krenten in de pap van mijn dagelijks bestaan, althans het zakelijke deel daarvan, want zo sneu ben ik nou ook weer niet. Ik kan dan ook niet ontkennen dat ik bijna altijd veel zin heb in zo’n karweitje. Vaak gaat het over kosten die niet geaccepteerd worden of over de scheef lopende verhouding tussen inkomsten en kosten (hard werken voor weinig geld), maar ook staat steeds vaker het ondernemerschap van een artiest ter discussie. Niet zelden is, op het moment dat ik word ingeschakeld, sprake van een patstelling. De artiest (het hart) is overtuigd van de redelijkheid van zijn of haar standpunt en de ambtenaar (het verstand) is van mening dat geen enkel redelijk denkend mens dit vol kan houden. Hoe is zo’n patstelling te doorbreken?  

Allereerst is het handig om te weten dat ook ambtenaren een bepaalde productie moeten halen. Daarbij kunnen ze niet al te veel conflicten gebruiken, want dan halen ze de targets niet. Iedere ambtenaar heeft bovendien een of meerdere teamleiders boven zich en ook zij worden afgerekend op resultaten. Die zitten dus ook niet te wachten op vertragingen en achterstanden. Met dit in het achterhoofd is het mogelijk om alsnog een doorbraak in een patstelling te forceren, maar dat lukt alleen in een goede sfeer en met nieuwe inzichten. In een onvervalste patstelling ontbreken deze twee voorwaarden. Daarom is het niet onverstandig om in dit stadium te besluiten een nieuwe, frisse speler in te zetten. Het zou mooi zijn als aan de andere kant ook een verse ambtenaar zou verschijnen, maar noodzakelijk is dit niet.

De eerste stap in de te volgen strategie is het creëren van een goede sfeer. In een eerste contact met de ambtenaar laat ik merken dat het mijn doel is om er samen uit te komen in een prettige sfeer. De tweede stap behelst de analyse van het probleem. Als dit probleem binnen de perken blijft en dus niet al te groot is, ga ik metacommunicatie toepassen. Daarbij ga je samen met de ambtenaar als het ware in een spreekwoordelijke helikopter boven het conflict hangen waarbij ik het probeer terug te brengen tot kleinere proporties. Uitspraken als ‘waar hebben we het nu eigenlijk over’ en ‘in het grote geheel is dit eigenlijk maar een detail’ gaan daarbij over de tafel. Met een beetje geluk trek ik de opponent dan mee in die sfeer. Stap 3 moet de doodsteek voor het conflict worden. Goed voorbereid laat ik dan blijken dat ik voor dit ogenschijnlijk geringe probleem bereid bent door het vuur te gaan voor de klant, maar ik zorg wel dat ik een beetje wisselgeld in de zak heb voor een eventueel compromis.

Of dit werkt? Tot nu toe zeker!. In mijn 23-jarige ‘carrière’ heb ik nog nooit een rechtbank van binnen gezien en dat scheelt een hoop gedoe. En… ik heb nog steeds geen stropdas hoeven kopen. Ook fijn.