< terug naar columns overzicht

Verhoging BTW

20 december 2018

Het belastingplan 2019 bevat relatief veel aanpassingen. Twee van die maatregelen brengen nogal hevige discussies teweeg: de afschaffing van de dividendbelasting en de verhoging van het lage btw-tarief per 1-1-2019 van 6 naar 9%. Vaak worden die twee met elkaar in verband gebracht door te stellen dat de consumenten de prijs gaan betalen voor het belastingvoordeel dat buitenlandse aandeelhouders van multinationals in de schoot wordt geworpen. Dit is wellicht iets te simpel gesteld, maar feit is en blijft dat het ergens van betaald zal moeten worden en dan springt zo’n btw-verhoging natuurlijk wel in het oog. Veel weldenkende mensen hopen nog dat het allemaal niet doorgaat, maar daar is weinig hoop op. De Eerste Kamer kan in al haar wijsheid slechts besluiten om het hele belastingplan 2019 te aanvaarden of te verwerpen. Het is dus alles of niets en de historie leert dat niemand de vingers wil branden aan het verwerpen van een compleet belastingplan.

Tot zover de politiek; over nu naar de praktijk. Het mag onderhand bekend worden verondersteld dat artiesten voor hun hooggewaardeerde en kunstzinnige arbeid het lage btw-tarief in rekening mogen brengen aan opdrachtgevers. Met een kort intermezzo van cultuurhater Wilders is dit al sinds 2002 het geval. De voordelen hiervan ervaren artiesten met een btw-nummer (en dat zijn er veel) op diverse vlakken. Zo is het niet onprettig dat er meestal een btw-teruggaaf kan worden verwelkomd als de aangifte weer netjes op tijd is ingediend. Immers: de optredens worden met 6% belast, maar op het gros van de kosten wordt 21% btw betaald (en dus terugontvangen). En als er onverhoopt geen teruggaaf in zit, lonkt in ieder geval de Kleine Ondernemersregeling die er voor zorgt dat de verschuldigde btw tot een bedrag van 1.345 euro niet hoeft te worden afgedragen. Daarnaast is het natuurlijk ook heel fijn dat er maar 6% btw in rekening hoeft te worden gebracht bij optredens voor opdrachtgevers die niet beschikken over een btw-nummer. Denk bijvoorbeeld aan bruiloften en andere privéfeesten waarbij een artiest wordt ingehuurd om de boel wat op te vrolijken. Een tarief van 21% zou de artiest bij dat soort klussen een stuk duurder maken.

De aankomende verhoging heeft nogal wat invloed op de praktijk van artiesten. Ze worden duurder voor consumenten en instellingen zonder btw-nummer en ook de Kleine Ondernemersregeling (KOR) zal minder snel benut kunnen worden. Althans, de KOR in haar huidige vorm, want ook deze regeling gaat in 2020 ingrijpend veranderen (ik voel nu alweer een artikel of column aankomen in 2019).

Is deze verhoging nog een beetje te omzeilen? Jazeker, maar dan moet je opdrachtgevers wel zo ver krijgen dat ze klussen gaan vooruitbetalen. Als je dus een bruiloft gaat opleuken in 2019, maar je ontvangt het geld in 2018, dan is het toegestaan om 6% btw in rekening te brengen. Ik geef toe, dit zal geen echte zoden aan de dijk zetten binnen de artiestentak. Wel kun je er vergif op innemen dat heel veel festivals hun voorverkoop gaan vervroegen om zodoende de concertkaartjes (ook 6% btw) niet onnodig te hoeven verhogen. Eindig ik toch nog een beetje positief.