< terug naar columns overzicht

Grillig en grimmig

15 juli 2018

Geen beroep zo grillig als dat van artiest. De verdiensten schommelen nog erger dan de koers van de bitcoin. Aan de kostenkant is het beeld ietsje stabieler, met dien verstande dat de mappen (en schoenendozen!) die bij ons worden ingeleverd, over het algemeen goed gevuld zijn met bonnen en prulletjes die daarop lijken. Goed voor de belastingaanslag, maar er schuilen wel wat addertjes onder het gras.

Aan de kant van de verdiensten is nogal wat voordeel te behalen. Als artiest kun je namelijk min of meer kiezen of je ondernemer wilt zijn. Sinds de VAR is afgeschaft is het namelijk een eitje om het verloningscircuit vaarwel te zeggen en op factuur te gaan werken. Je meldt je aan bij de Kamer van Koophandel, je schaft een btw-nummer aan, je bestelt geinig briefpapier en hoppa: je gaat voortaan facturerend door het artiestenleven. Wel moet je in je contract en op je factuur verklaren dat je geen gebruik wenst te maken van de artiestenregeling, maar vergeleken met het gedoe rond de VAR is dit peanuts. Vind je dit toch nog te veel gedoe, dan mag je de inkomsten ook aangeven als resultaat uit overige werkzaamheden (bijverdiensten). Veel nadelen heeft deze keuze niet, want je mag gewoon je kosten aftrekken alsof je ondernemer bent, maar je loopt wel de MKB-winstvrijstelling mis en ook de zelfstandigenaftrek ligt buiten bereik. En het eerder genoemde addertje? In de rubriek resultaat uit overige werkzaamheden mogen de kosten niet uitstijgen boven de inkomsten. Met andere woorden: verliezen worden in deze rubriek niet geaccepteerd en dat is wel het geval in de rubriek winst uit onderneming, mits je het niet te gek maakt natuurlijk. Conclusie: voor iedere artiest die niet tussen de schuifdeuren blijft hangen ligt de weg naar het ondernemerschap meer open dan ooit.

Maar dan: die bonnen. Wij worden bij Backstage soms een heel klein beetje bedroefd als onze tijd deels opgaat aan het uitvouwen en gladstrijken van propjes die bonnen blijken te zijn. In paniek raken doen we al lang niet meer, maar onze zorgen over de aftrekbaarheid worden er niet minder door. Veel bonnetjes blijken kassa- en pinbonnen te zijn, helaas vaak zonder omschrijving van het product. Naam en adresgegevens van de artiest ontbreken dan uiteraard ook bij dit soort vodjes. Nu zijn wij de beroerdste niet en we hebben een bijna onbeschrijflijk begrip voor de wijze waarop een creatief artiestenbrein werkt, maar hier is sprake van een flinke volwassen adder die bovendien niet onder het gras schuilt. Veel artiesten hebben een btw-nummer en dan is het fijn dat je de btw op de kosten terug mag vragen aan de belastingdienst. Maar diezelfde belastingdienst houdt zich over het algemeen aan de wet, en daarin staat duidelijk vermeld aan welke (strenge) eisen een kostenfactuur moet voldoen als er btw op wordt teruggevraagd. Zo moet niet alleen de datum, het factuurnummer, omschrijving van het product en de prijs worden vermeld, maar ook naam en adres van zowel de leverancier als de artiest, het btw-nummer van de leverancier en het bedrag van de btw. Vooral de laatste eis is essentieel: als er geen btw staat vermeld op de bon, mag die niet worden teruggevraagd. Bij een belastingcontrole kun je de pech hebben dat je een ambtenaar treft met weinig gevoel voor het artistieke en dan ligt een flinke correctie op de loer. Daarom hamer ik voor de zoveelste keer op het belang van goede btw-bonnen en de moeite die je daarvoor zou moeten doen, ook als je op zaterdagmiddag met een rij zuchtende mensen achter je bij een kassa staat uit te leggen dat je graag je naam ziet verschijnen op de bon. Grillig was je al, grimmig moet je soms ook durven zijn.