< terug naar columns overzicht

Tijd is geld

15 november 2017

Veel artiesten zijn ondernemer, en terecht. Ze investeren veel, lopen ondernemersrisico’s als geen ander, hebben veel opdrachtgevers en proberen zelfs winst te behalen met hun zeer gewaardeerde activiteiten. Aan het ondernemerschap zitten veel aantrekkelijke faciliteiten vast, waarbij er één in het oog springt: de zelfstandigenaftrek. Het is easy money, maar beslist geen free money! Je moet er wel wat voor doen, zo vond laatst ook weer een belastingrechter. 

Je komt voor zelfstandigenaftrek in aanmerking als je als ondernemer voldoet aan het zogenaamde urencriterium. Als je in de eerste 5 jaar van je onderneming jaarlijks minimaal 1.225 uur aan je bedrijf besteedt, dan hark je deze geldbuidel in principe binnen. Na vijf jaar wordt aan deze hoofdeis nog een criterium toegevoegd: je moet vanaf jaar 6 ook nog meer dan 50% van je beschikbare werktijd aan het bedrijf besteden. Dat is op zich geen probleem, maar als je er een baan naast hebt zou het lastig kunnen worden. Het al dan niet toepassen van de zelfstandigenaftrek bestaat technisch gezien uit het aankruisen van het vakje ‘ja’ of ‘nee’ in de aangifte inkomstenbelasting, zo simpel is het. Bij Backstage vragen we altijd of de klant heeft voldaan aan het urencriterium en slechts zeer zelden is het antwoord ‘nee’. Maar als we dan vervolgens vragen of diezelfde klant een urenlijst heeft bijgehouden, dan blijft het naar onze zin nét iets te vaak stil aan de andere kant van de lijn. Artiesten gaan er misschien wel iets te gemakkelijk vanuit dat het wel goed zit met die uren, druk als ze zijn. Maar rechters en andere magistraten blijken in de praktijk toch net iets minder romantische gevoelens te koesteren voor het artiestenbestaan. Zo is er onlangs een uitspraak gedaan door de belastingrechter waarbij een achteraf opgestelde urenlijst ter discussie stond. Die lijst vertoonde hier en daar nogal wat opvallende zaken. Zo was er bijna 300 uur geschreven voor het bijhouden van de administratie en dat vond de rechter nogal veel. Ik ook. Als je dat zou uitbesteden ligt er zomaar een rekening van 18.000 euro of meer op de deurmat. Maar het punt waar de rechter uiteindelijk over viel, was het feit dat de urenlijst achteraf was opgesteld en dat maakte de bewijsvoering erg zwak. Zelfs iemand met een fotografisch geheugen weet niet meer wat hij/zij heeft gedaan op een bepaalde dag ergens in een jaar dat al voorbij is. Daarom is en blijft het niet alleen verstandig, maar zeker ook noodzakelijk om de uren die je aan je bedrijf besteedt zo goed mogelijk ‘tijdens de rit’ bij te houden. Dit verschaft je een uitstekende positie qua bewijskracht en… heel veel geld. Ga maar na: de zelfstandigenaftrek is goed voor een jaarlijkse aftrek van 7.280 euro en gedurende de eerste 3 jaar van je onderneming komt daar nog eens 2.123 euro startersaftrek bij! Geen wonder dat deze aftrekpost vaak de warme belangstelling koestert van een controlerende belastingambtenaar. Die verdient bij een gebrekkige urenregistratie z’n salaris lekker snel terug. 

Is die rechter nu een muggenzifter en moeten we niet zo moeilijk doen over die uren? Nee. Ik blijf er op hameren om een goede urenlijst bij te houden. Als je graag ondernemer wilt zijn (en dat wil je, geloof mij), dan hoort daar ook een zekere verantwoordelijkheid bij. En zo lastig is het bijhouden van zo’n lijst nu ook weer niet. Als je veel werk hebt is het geen enkel probleem om aan de uren te komen. Heb je weinig werk, dan heb je dus ook veel tijd om aan je urenlijst te besteden. Wie weet, komt het dan toch nog goed.